Birth Notes:
http://www.genealogieonline.nl/stamboom-familie-poort/I18727.php
And
http://www.genealogieonline.nl/stamboom-familie-poort/I5664.php
Death Notes:
http://www.genealogieonline.nl/stamboom-familie-poort/I18727.php
And
http://www.genealogieonline.nl/stamboom-familie-poort/I5664.php
Sources of information or noted events in his life were:
• Web Based Info. http://www.genealogieonline.nl/stamboom-familie-poort/I18727.php
• General Comment. Notities bij Cornelis Den Ouden Pietersz Waarsman (1521 1529,1532 1548), geboren circa 1485 te Oost IJsselmonde, overleden 1555 te Oo st IJsselmonde. Cornelis Pietersz. den ouden alias Neel Dircks; geboren naar schatting rond1485, overleden 1555 te Oost IJsselmonde. Hij was waarsman(1521 1529,1532 1548) en hoogheemraad (1530 1554) van de vier polders van West IJsselmonde en heemraad van Oost IJsselmonde (tot 1553). In een register van verkochte domeinen van de keizer is een rente opgenomen, verkocht in het jaar 1542: "Je Henry Stercke / conseilleur tresorier de l'ordre et Receveur qual. des finances de l'empereur / confesse avoir receu de Heynrick Claes Claeszone / et Cornelis Pieter Dircxs de IJsselmonde / la som(m)e de quatre vingt seize livres du prix de quarante groz monn. de flandres la livre". [Ik Henry Stercke / raad en the saurier van staat en gequalificeerd ontvanger van de middelen van de keizer/beken ontvangen te hebben van Hendrick Claes Claeszone / en Pieter Dircxsz. van IJsselmonde / de somma van 96 pond en 40 groten Vlaams het pond]. Behalve dat de verkochte rente duidt op een behoorlijke welstand van Cornelis Pietersz., levertdeze vermelding het bewijs dat hij een zoon was van Pieter Dircksz. Cornelis Pietersz. was vernoemd naar zijn grootvader van moederszijde Cornelis (Neel) Dircksz. van Driel. Opmerkelijk is dat deze vernoeming "Neel Dircken" enkele malen volledig d.w.z. inclusief het patroniem, in de bronnen voorkomt (1543,1559, 1568). Volgens een oude "Memorij" opgesteld aan het begin van de zeventiende eeuw door Cornelis van Beveren, bezat de familie van Driel o.a. het "derde weer" in West Barendrecht, "toebehorende Cornelis Claesz. van Driel (in Dordrecht) met Cornelis Pietersz.alias Neel Dircken". In 1534 werd Cornelis Pietersz. vermeld als "d' Oude", dit om hem te onderscheiden van zijn in Ridderkerk gevestigde jongere broer, die eveneens Cornelis Pietersz. heette. De toevoeging "de oude" komt niet al te vaak voor in de bronnen, vermoedelijk vanwegede onderscheiden woonplaatsenvan de broers. Bovendien was "jonge" Cornelis Pietersz. reeds overleden voor het jaar 1545. Cornelis Pietersz. maakte gebruik vaneen zegel, maar helaas is hier geen afdruk van bewaard gebleven. Dat hij een zegel heeft bezeten valt af te leiden uit een akkoord dat op 2 januari 1534 werd gesloten tussen de polders Dirck Smeetsland en het Nieuweland van West IJsselmonde. Omdat de vertegenwoordigers van deze polders geen zegel hadden, verzochten zij hun mede ingelanden Floris Oem heer van Wijngaerden, Jacob Corne liszoon Gorter, Cornelis Pietersz., Adriaen Jansz. en Geen Gijsbertsz. het akkoord te bezegelen. Hetgeen zij "ten begeerten als boven over hen luijden, ende oock over ons zelven als mede Ingelande gaerne gedaen hebben, elcx met onsen Zegelen uuthangende bezegelt hebben". In 1529 huurde Pieter Dircksz., de vader van Cornelis Pietersz., "de Culck in de Hordijk, omgaende van Cornelis Pieters zoons tuijn of (=af) tot onzer Lieve Vrouwenhuysken toe". Waar het "ozner Lieve Vrouwenhuisken" lag is niet bekend, maar in 1504 was al sprake "van den dick van Aert Heynen off tot onze vrouwen pad toe", gepacht door Pieter Dircxz. De "tuin" van Cornelis Pietersz. lag dus ten noorden of ten zuiden van de Culck, tussen Hordijk en wetering. Opmerkelijk is dat bovengenoemde Aert Heijnen, stamvader van een ander geslacht Van Driel, eveneens een "tuin" aan de Hordijk heefte bezeten. Waren deze "tuinen" oorspronkelijk wellicht een geheel en zijn zij afkomstig uit het erfdeel van hun gemeenschappelijke voorvader Cornelis Dircksz. van Driel?. In de periode 1518 1542 werd in de polderrekeningen van Nieuw Reijer waard jaarlijks melding gemaakt van een betaling door Cornelis Pietersz. van de huur "van Willaertsdijcken". Aanvankelijk bedroeg de pachtsom voor dit dijkje 36 gulden per jaar, maar vanaf 1537 werd dit bedrag opgehoogd tot 40 gulden. In dezelfde reeks rekeningen was tevens sprake van de pacht door Cornelis Pietersz. "van ene worff" voor een bedrag van 3 gulden. Ook in de zestiende eeuw kwamen al regelmatig forse verhogingen van de huur voor, want vanaf 1529 werd dit bedrag verdubbeld tot 6 gulden per jaar. De polderrekeningen over de direct voorgaande periode 1513 1517 ontbreken, maar in de rekening over 1512/13 werd Pieter Dircxz. de vader van Cornelis Pietersz., al genoemd als pachter van deze "worff"! Uit de rekening van 1553/1554 blijkt dat de woning van Cornelis Pieters gelegen was op deze werf aan de Hordijk: hij betaalde pacht "van eenen worf dair hij op woent". Bovendien betaalde hij voor het achtste jaar de huur voor "dat eynt van Willairtsdijcxken" / van thecken of bij Heijnrick Aertsz. weduwe / tot Zevenbergen toe / dat hij thien jaren verpacht (=gepacht) heeft". De hoeve Ze venbergen was de meest zuidoostelijk gelegen hofstede in het Oudeland van IJsselmonde: Willaertsdijkje werd later omgedoopt tot Zevenbergsedijkje. De voorgaande verpachtingen van Willaertsdijkje zijn niet gevonden wegens een hiaat in de rekeningen van 1543 1552. Cornelis Pietersz. was gevestigd in het Oudeland van IJsselmonde en woonde in de meest zuidwestelijke gelegen hofstede van deze polder. Zoals uit het voorgaande blijkt gebruikte hij een stuk van het nabijgelegen "Willairtsdijkje", dat de grens vormde tussen het Oudeland van IJsselmonde en de polder Nieuw Reijerwaard. Hij had 7,5 morgen land in eigendom in de tweede hoef van het Oudeland van IJsselmonde en gebruikte verder nog de gehele aangrenzende hoef van 13 morgen, zodat geconcludeerd kan worden dat hij een ta melijk uitgebreid boerenbedrijf heeft gevoerd. Interessant is een vermelding uit 1552, waaruit blijkt dat Cornelis Pietersz. 2,5 morgen in West IJsselmonde ge bruikte, die eigendom waren van Jacob Cleysz.(van Driel) te Dordrecht. Wellicht vanwege geldgebrek belastte Cornelis Pietersz. in datzelfde jaar voor het ge recht van Oost IJsselmonde twee van zijn percelen in het Oudeland met een hypo theek. Cornelis Pietersz. was eigenaar van land in de polder Smeetsland en hij heeft dan ook diverse bestuurlijke functies in deze polder vervuld. Als bijkom stigheid van dit grondbezit was Cornelis Pietersz. tevens eigenaar van gorzen in "de kleine Nieuwelanden", aanwassen die gevormd waren aan de buitendijkse kant van de oude zeedijk van Smeetsland. Deze onbedijkte aanwassen waren in 1499 eigendom van Jacob van Wijngaarden en zijn broers. In 1505 waren de gorzen in middels bedijkt en was naast de Van Wijngaardens al sprake van andere eigenaars, waaronder Pieter Dircksz., de vader van Cornelis Pietersz. Dit grondbezit van Pieter Dircksz. is overgegaan op zijn kinderen, want uit diverse akten blijkt dat Cornelis Pietersz. en zijn zwager Hendrick Aertsz. behoorden tot de belang rijkste ingelanden van het Kleine Nieuwland. Eveneens afkomstig van zijn vader waren de percelen die Cornelis Pietersz. gebruikte onder Charlois, waar hij in 1543 werd vermeld als gebruiker van land in de Hillen:"Neel Dircx 9 margen". Er was onder Charlois overigens nog sprake van een andere Cornelis Pietersz., die in 1543 werd aangeslagen voor een huis en land in Charlois, De Hillen, en 's Gravenambacht, en die in 1556 en 1570 nog vermeld werd als eigenaar van land in de Hillepolder. In de loop van het jaar 1555 is Cornelis Pietersz. overleden. Dit blijkt uit het protocol van Oost IJsselmonde "anno XVCLV", waarin is vast gelegd dat een aantal inwoners, met name heer Jan Gerritsz. pastoer tot IJssel monde oudt omtrent....(niet ingevuld) jaren, Pieter Adriaensz. oud omtrent ta gentig jaren deese tijt hog heemraedt wesende, Andries Cornelisz. oudt omtrent zeeventig jaren, (en) Cornelis Pietersz. deese tijt meede heemraet wesende out omtrent.....(niet ingevuld) jaren, een verklaring aflegden. Hoewel Cornelis Pietersz. dus blijkbaar niet zodanig ziek of verzwakt was dat hij zijn functie als heemraad niet langer kon uitoefenen, is hij datzelfde jaar overleden. In de rekening van de waarsman van West IJsselmonde over 1555/1556 werd "Cornelis Pietersz. saliger gedachten (...) toegeleyt dat hij tgemeenlandt dit voorgaende jaer (als heemraad) heeft gedient tot twee daegen." Na zijn overlijden kwamen de gebruikte landerijen op naam van zijn erfgenamen: in 1557 gebruikte zijn we duwe "Willaertsdijkje" en bezat zij 7,5 morgen eigen land in de tweede hoef. Samen met haar zoon Lodewijck Cornelisz. gebruikte zij de aangrenzende derde hoef van het Oudeland. Een akte van 4 januari 1562 maakt duidelijk wat er ge beurde met het eigen land in de tweede hoef van het Oudeland, nadat ook de we duwe Soetje Jansdr. was overleden. Haar zoon Dirck Cornelisz. en haar schoonzoon Cornelis Willemsz. kochten tezamen het gerechte derde deel van de 7,5 morgen ei gen land in het Oudeland onder Oost IJsselmonde. De verkoper was Claes Cornelis. Uit diverse gegevens blijkt, dat er een connectie bestaan heeft tussen Cornelis Pietersz. en de leden van het geslacht Van Driel te Dordrecht. Cornelis Pietersz en later zijn erfgenamen gebruikten land in West IJsselmonde dat eigendom was van Jacob Claesz. van Driel (1552, 1557, 1562). Zoon Lodewijk gebruikte van Cor nelis Claesz.(van Driel) in 1557 land in het nieuwe Buitenland van West Baren drecht, gelegen direct naast percelen die eigendom waren van resp. Soet Jansdr. en van Lenart Pietersz. Een verdere verwijzing voor onderlinge banden is een akte van 5 februari 1568, waarin sprake is van koop van land door meester Adriaen Wensen, advocaat, voor de ene helft, en zijn zuster Margriete Wensen weduwe van Cornelis Claesz. van Driel, voor de andere helft. De koop betrof een hoeveelheid buitendijks land en "uitgorsen" gelegen voor West Barendrecht, belend o.a. aan de erfgenamen van Cornelis Pietersz. alias Neel Dircke! Het zal hierbij gegaan zijn om het reeds eerder gesignaleerde "derde weer" in West Ba tendrecht, genoemd in de "Memorij" van Cornelis van Beveren, "toebehoorende Corn(elis) Claesz. van Driel met Cornelis Pietersz. alias Neel Dircken. Hij huwde Soetje Jansdr. geboren naar schatting rond 1500, overleden 1561 te Oost IJsselmonde. Gelet op de voornamen van haarzelf en van haar zoon Lodewijck lijkt het niet onwaarschijnlijk, dat zij afstamde van Lodewijck van Ghiessen Aertsz. en Soetke Wijt Willemsdr. Aangezien dit echtpaar volgens hun boedelscheiding van 1512 echter geen zoon Jan had, zijn hun dochter Anne of Ariaen(tje)Lodewijcksdr. en haar echtgenoot Jan Arijensz. wel de meest waarschijnlijke ouders van Soetje Jansdr. Opmerkeijk is de samenwerking die Soetje Jansdr. na het overlijden van haar man aanging met haar schoonzuster Lijsbeth Pietersdr., die een aantal jaren eerder weduwe was geworden. De kerkmeesters van Ridderkerk ontvingen vanaf 1555 jaarlijks "van Lijsbeth Heynrick Aertsz. weduwe en Zuet Cornelis Pietersz. wedue van VIIJ hont lants die sij X jaer verpacht hebben". Deze samenwerking kwam ongetwijfeld voort uit gedeelde belangen, want volgens het kohier van de 10e penning van Smeetsland uit het jaar 1557 hadden "de we(duwe) van Henrick Aertsz. in Barendrecht met die we(duwe) van Cornelis Pietersz. tot IJsselmont (...) tsaemen een vierendeel int selven buyten met die visscherije ende anders hooren ancleeven". De bovengenoemde gezamenlijke landpacht van de weduwen wordt vermeld tot in 1560/1561, het zesde van de tien pachtjaren. De rekening over het jaar 1561/1562 ontbreekt, maar in de rekening van 1562/1563 (achtste huurjaar), 1563/1564 (negende huurjaar) en 1564/1565 (tiende en laatste huurjaar) worden als pachters vermeld Cornelis Heijnricksz. en Cornelis Pietersz. In de eerste is de zoon van Lijsbeth Pietersdr. te herkennen, maar de tweede pachter lijkt op het eerste gezicht geen directe verwant van Soetje Jansdr. Deze Cornelis Pie tersz. "de oude" had wel connecties met leden van het geslacht van Driel: op 28 maart 1563 bekende hij jaarlijks 6 Car.gld schuldig te zijn aan Jacob Cleijsz. (van Driel) tot Dordrecht, verzekerd op 2 morgen land in Oost IJsselmonde. Er moet moet met hem een familieconnectie bestaan hebben, want een losrente die Suetken Jansdr. in 1561 afsloot werd in 1591 gelost door Cornelis Pietersz. "Wagenm(ake)r": wellicht was hij gehuwd met een dochter van Cornelis Pietersz. en Soetje Jans? Een soortgelijke "overdracht" doet zich voor bij de pacht van de werf aan de Hordijk door Soetje Jansdr. Tot 1559/1560 wordt in de rekening van Nieuw Reijerwaard een ontvangst gemeld van "Cornelis Pietersz. weduwe van eenen worf dair sij op woent / die sij thien jaren verpacht heeft". De rekenin gen over de jaren 1560/1561 t/m 1562/1563 ontbreken; juist voor de periode waarin Soetje Jansdr. moet zijn overleden. In de eerstvolgende bewaarde rekening (over 1563/1564) is sprake van een betaling door "Cornelis Pietersz. van eenen worf dair hij op woent/ die hij thyen jaeren verpacht heeft". Er kan van uitgegaan worden dat de betreffende pacht, die liep tot 1565/66, door de erfgenamen van Soetje Jansdr. voor de nog resterende jaren was doorverkocht aan deze Cornelis Pietersz. In de volgende rekening (1570/1571) had Cornelis Pietersz. de werf waar hij op woonde in pacht voor het vijfde van zeven jaar, zodat hij de pacht vanaf 1566/67 had voortgezet. [Zie: Drie verwante geslachten Van Driel (Zuid Hollandse eilanden, ca. 1350 1650) door C.Sigmond en K.J.Slijkerman]. http://www.genealogieonline.nl/stamboom-familie-poort/I5664.php
Cornelis married Soetje Jansdr, daughter of Jan Aerijaensz and Anna Lodewijksdr van Ghiessen. (Soetje Jansdr was born in 1500 and died in 1561 in Oost-IJsselmonde, Rotterdam, South Holland, Holland.)
|